Examen

Theorie-examen personenauto

Het theorie-examen wordt afgelegd bij het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR).

Om deel te kunnen nemen aan het theorie-examen dient u het volgende mee te nemen:

  • De oproep
  • Een geldig en wettelijk toegestaan identiteitsbewijs

  • Het theorie-examen bestaat uit ja/nee vragen, meerkeuze vragen, sleep vragen, open vragen en gedragskeuze vragen (bij gevaarherkenning) en bevat vanaf 1 november 2019 de volgende onderdelen:

  • Gevaarherkenning: 25 vragen, waarvan 13 goed beantwoord moeten zijn, 8 seconden per vraag
  • Kennis: 12 vragen, waarvan 10 goed beantwoord moeten zijn, 7 minuten tijd voor hele onderdeel
  • Inzicht: 28 vragen, waarvan 25 goed beantwoord moeten zijn, 15 minuten tijd voor hele onderdeel

  • Vanaf 1 november 2019 slaagt u voor het theorie examen als u:

  • 13 van de 25 vragen goed hebt van het onderdeel gevaarherkenning
  • 10 van de 12 vragen goed hebt van het onderdeel Kennis
  • 25 van de 28 vragen goed hebt van het onderdeel inzicht

  • Gevaarherkenningsvragen beantwoord u door aan te geven wat u in een bepaalde situatie zou doen. Hierbij zijn 3 keuzes mogelijk:

  • Remmen
  • Gas loslaten
  • Niets

  • Bij verkeersinzicht gaat het niet zozeer over de verkeersregels, maar vooral wat in een bepaalde situatie verstandig is om te doen.

    Praktijkexamen personenauto (rijbewijs B)

    Het praktijkexamen B wordt afgelegd bij het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR).

    Om deel te kunnen nemen aan het praktijkexamen dient u het volgende mee te nemen:

  • De oproep
  • Eventueel het adviesformulier van uw tussentijdse toets
  • Geldig theoriecertificaat (= digitaal in het bezit bij het CBR)
  • Een geldig en wettelijk toegestaan identiteitsbewijs
  • Het ingevulde formulier zelfreflectie

  • Praktijkexamen personenauto met aanhanger (rijbewijs B+E):

    Bij het praktijkexamen E achter B moet de bestuurder zich bewust zijn dat het rijden met een dergelijke voertuigcombinatie, in vergelijking met een voertuig van de categorie B, een ander gedrag vereist.

    Kenmerkende verschillen zijn bv.:

    • De grotere afmeting (lengte, hoogte en breedte)
    • De grotere massa en langere remweg
    • De beperktere wenbaarheid en het uitzwenken c.q. inlopen van de aanhanger tijdens bochten en andere wendingen
    • Het geringere acceleratie vermogen
    • Het specifieke gedrag van de lading (paarden, vloeistoffen enz.)

    Tijdens de praktijklessen wordt u voorbereid op het praktijkexamen. Wilt u meer informatie over het praktijkexamen: kijk op www.CBR.nl, of neem contact met mij op.

    Impressie